Trassi is een gefermenteerde garnalenpasta. Het is een geliefd ingrediënt in de Zuidoost-Aziatische en Zuid-Chinese keuken. Ook in Nederland en Suriname is de garnalenpasta erg geliefd en wordt in veel gerechten gebruikt.
Het woord ‘Trassi’ is afgeleid van de Indische benaming, alterasi of terasie. In het Indisch noemen we het alterasi of terasie. En in het Thais staat het bekend als kapi of kapiek. In het Maleisisch noemen ze het belacan, belachan, blachang of balachong. En in het Filipijns wordt het bagoong, alamang of gramagin genoemd. Ga je dus binnenkort naar een van deze landen op vakantie, dan weet je meteen hoe je moet bestellen in die taal.
De import van trassi is in de Europese Unie aan strenge voorschriften verbonden net zoals import van vis en garnalen aan voorschriften verbonden is. De exporteur moet dus eerst een gezondheidscertificaat overleggen voordat het product in de Europese Unie geïmporteerd mag worden. Sinds 2008 zijn op dit vlak een aantal flinke uitdagingen, waardoor het product op dit moment in Nederland soms lastig te verkrijgen is.
Verschillende varianten trassi
Droog
Trassi is op sommige plekken te verkrijgen als een droge geperste koek. Deze is heel stevig en kan soms variërend van pasta-achtig tot hard en kurkdroog zijn. Deze droge versie is vooral gebruikelijk in Maleisië en delen van Indonesië.
Pasta (Pasteus)
Het kan ook verkocht worden als een pasta-achtige massa. Deze variant is niet geperst. Dit is meer gebruikelijk in China, Thailand en Vietnam.
Poeder
En als derde is het ook verkrijgbaar als droge poedervariant. Bij deze vorm is de garnalenpasta gedroogd en gemalen. Sommige fabrikanten stoppen er vulstoffen in, dus altijd even goed de verpakking bekijken. Dit zorgt er namelijk voor dat de kwaliteit minder is en dat de smaak en geur niet zo lekker sterk zijn als bij een echte, goede trassi.
De gedroogde en gemalen variant is niet traditioneel. Maar deze variant is wel heel makkelijk in gebruik omdat je het kunt strooien. Maar dat zorgt er wel voor dat deze variant minder geschikt is voor het maken van sommige Oosterse gerechten en condimenten.
Sambal trassi
Sambal trassi is met de poeder (de droge variant) niet te maken. Hiervoor kun je alleen de droge en pasteuze varianten gebruiken. De trassies welke pasteus zijn kunnen direct aan een gerecht toegevoegd worden als het gerecht bereidt wordt. De semi-droge variant kan eerst beter klaargemaakt worden. Dit doe je door het in aluminium folie te wikkelen en deze dan even kort te roosteren boven een vlam. Hierdoor komen de geuren ervan goed vrij en dit zorgt ook voor een betere smaak. Vaak wordt de trassi hierna vermalen met een vijzel.
Als je sambal maakt dan wordt er ook vaak een keukenmachine gebruikt. Dit is sneller en je zorgt er hierbij voor dat de trassi fijner vermalen wordt. Je kunt het rauw niet direct eten. Het moet eerst wel echt geroosterd of gekookt worden. Als je de trassi in folie wikkelt en deze dan boven een vlam roostert dan kun je het wel los eten. In de bakar variant is het wel geroosterd. In Myanmar worden de garnalen met uien, groente en kruiden tot een soort saus gemaakt. Deze staat elke maaltijd op tafel. Dit is in deze landen de voornaamste bron van eiwit bij het gerecht.
Productie
In Zuidoost-Azië wordt trassi vaak lokaal in de verschillende dorpen en steden zelfgemaakt. Deze dorpen en steden liggen vooral langs de kust, de plekken waar garnalen worden gevangen en verwerkt. De trassi die hier wordt gemaakt is vooral bestemd voor de eigen interne markt in het land. Trassi is hier een belangrijk onderdeel van vele recepten en zit in bijna elke maaltijd.
Maar deze landen zijn ook verantwoordelijk voor alle trassi die in de hele wereld verkocht wordt. In een klein gedeelte van Suriname wordt het ook gemaakt maar dit is wel op kleine schaal. Hier wordt de Indische variant van het product gemaakt. Dit wordt geproduceerd door de Javaans-Surinaamse boeren die hier wonen. De productie van het product vindt plaats op het erf van deze boeren. De productiemethode van het product verschilt echt van plaats tot plaats.
In Azië heeft de productie hiervan een eeuwenoude geschiedenis. Vaak wordt het bereid door vissers en hun families. Deze wonen dan aan de kust van het land. Hierbij wordt ervoor gezorgd dat de garnalen heel erg zout zijn.